Middels een leiding wordt het rioolwater van het ontvangstwerk naar de voorbezinktank getransporteerd. Hier komt het rioolwater in het midden van de tank omhoog en kan het bezinken.
Tijdens het bezinken wordt alle overgebleven fijnere rommel van het rioolwater gescheiden. Een brug met veegarm verzamelt deze resten (slib). Het slib wordt via een aparte behandelingsstraat verwerkt en het water dat nu voor een derde deel schoon is klaar voor de volgende behandelingsronde.
Op de zuivering in Heiloo wordt de voorbezinktank bovengronds gebouwd. Door dat de voorbezinktank een trechter vorm heeft met het diepste punt in het midden. Kan de ruimte onder de tank welke zich aan de buitenste rand bevindt benut worden voor onder andere de bedieningsruimte van de zuivering, de kantine, was- en kleedruimte, etc.